Focussen
8 september 2016
Focussen
De Paralympische Spelen sluiten nu de sportzomer in Rio af.
Mooi om op tv steeds van dichtbij te kunnen zien hoe intens geconcentreerd sporters kunnen zijn. Als een baken staat het einddoel voor hen jarenlang in de verte te schijnen. En dan is er dat moment, dat niet in zevenmijlslaarzen is bereikt. Door steeds weer heel kleine stapjes te oefenen zijn zij het met vertrouwen genaderd.
Vlak voor haar gouden oefening op de balk hoor ik de commentator zeggen dat Sanne Wevers haar oefening nog een keer met haar trainer, haar vader, op de vloer gaat doornemen. Te midden van grote hectiek richten zij zich daar op het geconcentreerd zijn op ieder stapje van de oefening. Als dat lukt, laat je al het andere om je heen los.
Met gedrevenheid op weg gaan naar een stralend licht aan de horizon geeft het leven zin. Tegelijk lijkt het, zolang je bezig bent met het beheersen van elk kleinst mogelijke stapje, al het andere in het leven te vervagen. Een sporter heeft daarbij wel een trainer nodig, die de verbinding met het doel in de gaten houdt. Een mens die je goede en minder goede kanten kent, die elk stapje dat genomen moet worden om het ultieme doel te bereiken, met je doorneemt. En die je leert om te gaan met verleidingen, met je innerlijke tegenstander.
Bij het turnen ben je altijd in de eerste plaats je eigen tegenstander. Dat heeft ook Gerrit Kleerekoper in de jaren '10 en '20 van de vorige eeuw, zoals het NIW deze zomer memoreerde, al begrepen. In 1908 zijn de spelen nog door slechte training en door een overmaat aan jenever en sigaren op een fiasco voor de mannen uitgelopen. Bij de spelen van 1928 mogen voor het eerst ook vrouwen meedoen en Gerrit Kleerekoper begeleidt en motiveert vanaf 1926 de turnvrouwen. Onder zijn inspirerende leiding winnen de turnsters in 1928 goud.
De taekwondo-trainer van de kinderen in de favela's van Rio, Wellington Aquino, weet ook hoe belangrijk het is een einddoel te hebben en dat te kunnen verbinden met vele concrete stapjes. Aquino, die de kinderen gratis les geeft, heeft hen tijdens de spelen meegenomen naar het stadion, toen hun taekwondo-helden daar sportten. En nu kan hij de kinderen leren zich te focussen op elk behapbaar stapje. Om zo de innerlijke tegenstander, die liever als een klein duimpje naar een begeerlijk doel toe wil snellen, aan te kunnen. Opdat de kinderen telkens weer de goede afslag zullen nemen en niet fladderend van het pad afraken.
Tijdens een gesprek stel ik soms een 'schaalvraag', als het erom gaat te verkennen waar de ander zit op een schaal van 0 tot 10 bij te weinig ervaren van levenszin. Dan onderzoeken we samen hoe het lukt om op dat cijfer te zitten en aan welk signaal de ander zal kunnen zien dat hij of zij één stapje hoger is gekomen. En wat kan helpen om dat ene kleine stapje hoger te komen. Als je je aandacht daarop richt, merk je dat er niet alleen een tegenstander in jezelf zit, maar ook een eigen krachtbron. Dan kun je hoop ervaren.
Petra ter Berg