DMM header vallei tekst

Schrijven


8 januari 2018


Schrijven

Alleen zijn kan soms onverdraaglijk zijn, merk ik in gesprekken. Maar niet altijd is dat zo. Zo stond in december vorig jaar in het NRC een interview met emeritus hoogleraar Pieter van der Horst, judaïst en classicus. Hij geniet intens van het maandenlang in zijn eentje bezig zijn met het schrijven van een artikel in zijn werkkamer. Het zicht in zijn ogen is echter sterk aan het afnemen. En hij stelt zichzelf al een tijd de vraag, hoe hij zijn leven nog op een zinvolle manier vorm kan gaan geven, wanneer hij dit werk niet meer kan doen. 

Wat doet schrijven met een mens? Ik schrijf nu. Het papier nodigt me uit om de leegte te vervullen. Zoekend naar woorden in mezelf probeer ik facetten van het leven in woorden te vangen. Terwijl ik mijn eigen zinnen schrijf en herlees, verbind ik mij met de anonieme ander voor wie ik schrijf. Ook al ben ik alleen, de onbekende lezer voelt voor mij als heel nabij. 

Als lezer ontmoet je de schrijver, een mens die jou deelgenoot maakt van zijn gedachten en gevoelens. De woorden die je leest, zoeken hun eigen weg in je innerlijk en verbinden zich aan jou. Als je de schrijver in levende lijve zomaar zou ontmoeten, is het contact anders. De tekst is afgerond en leeft intiem bij de lezer voort. Het is niet vanzelfsprekend dat je al pratend de schrijver nog dichter kunt naderen. 

Schrijven is als een tocht naar contact. Met jezelf, met de bronnen die je leest en met de ander veraf. Het zoeken en vinden van de juiste woorden in jezelf geeft voldoening. Wanneer je  beroepsschrijver bent, geeft het schrijven je hele leven een doel. Wat een groot verlies ontvouwt zich dan, als je voelt dat je dit niet meer kunt doen. Dan sta je voor twee opdrachten: het verleden afbouwen en de toekomst opbouwen. Dat kan innerlijk een hoop verwarring brengen. Verwarring en ook pijn. De pijn, die het rouwen om het verlies van een leven vervullende arbeid met zich mee brengt. 

Rabbi Nachman van Bratslav zei eens: Er is geen hart zo heel als een gebroken hart. Zijn woorden betekenen voor mij, dat een hart soms eerst echt moet breken, voordat het kan gaan rouwen en dat het pas daarna weer goed kan helen. 

Schrijven doe je in je eentje, maar het brengt verbinding. Om tot spreken te komen echter heb je een echte ander nodig. Het delen van woorden over persoonlijk lijden lukt soms alleen bij oprechte aandacht. Dan kan het hart zich gedragen voelen, wanneer de ander de scherven helpt oprapen en je pijn in het rouwen erkent. En met je onderzoekt hoe je weer opnieuw kunt leren houden van het leven.

Petra ter Berg