DMM header vallei tekst

Ontzelven


7 januari 2021


Ontzelven

Het coronavirus beperkt me in de vrijheid van mijn hart, zegt Sal. Het is alsof ik voortdurend met zware ketenen om de enkels loop. Sal voelt de maatregelen van de overheid die onze intentie hoe wij samen contact maken inklemmen, diep in zich doorwerken. Hij wil graag mensen begroeten zoals hij dat altijd gewend is geweest. Iemand een high five, een schouderklop of een knuffel geven. Maar het mag niet meer op de hem vertrouwde manier.

Ook het kleine attente gebaar van een deur openhouden, een jas aanreiken, het bekertje koffie doorgeven bij de koffieautomaat, het is niet meer gewenst. Hij zou zomaar te dichtbij kunnen komen. Even in de kantine spontaan naar iemand toelopen is er voor Sal ook niet meer bij. Wat eerst gewoon en vanzelfsprekend was, is nu heel bijzonder. Het kleine gebaar blijkt er ineens toe te doen. Als we het langs de lat van levensgebeurtenissen in ons leven leggen, lijkt het van weinig waarde. Maar dit kleine gebaar is belangrijk voor ons. En dat gebaar begint bij onze waarneming. Op het moment dat we naar een ander met een liefdevolle empathische blik kunnen kijken, bewegen we van ons zelf vandaan. En tegelijkertijd voelen we ons dan niet meer eenzaam. Intimiteit met de ander in ons intuïtieve denken ervaren we al vooraf aan het werkelijke contact en geeft ons verbondenheid. Liefdevol aandacht geven biedt tegenkracht tegen de doelloosheid van het bestaan.

Filosofe Simone Weil zegt hierover: Het vermogen tot aandacht geven, dat is wat ons menselijk maakt. Het zal echter niet lukken om aandacht met inspanning af te dwingen. Het heeft meer te maken met afwachten, je open stellen en het je laten overkomen. Daarbij wis je je eigenbelang uit. Voor Weil brengt het geven van onbaatzuchtige aandacht licht in de ziel. 

Filosofe Iris Murdoch gaat nog iets verder. Zij noemt het liefde. Ontzelven, het ego negeren, zegt Murdoch, gaat vanzelf als we liefhebben. Dat gebeurt in liefde voor de wereld, in liefde voor de schoonheid in kunst of natuur en in liefde voor de medemens. Het is iets waarnaar we steeds innerlijk kunnen streven en waarin we ons een leven lang kunnen oefenen.

Ik denk ook aan de woorden die Edith Eger schrijft in Het geschenk. Woorden, die me raken, omdat zij die als overlevende van Auschwitz altijd in zich mee is blijven dragen: ‘Wij zijn geboren om lief te hebben’. Maar soms hebben we onverschilligheid en haat in ons leren wortelen. Dan is liefhebben en ontzelven hard werken.

Sal voelt deze week minder beklemming bij het opzetten van zijn mondkapje als hij in een andere richting, van zichzelf af, kan denken. Hij laat de woorden keer op keer door zich heengaan: Ik heb aandacht voor jou, collega, ik bescherm je. Ik heb je lief.

Petra ter Berg