DMM header vallei tekst

Schitteren


7 juli 2016


Schitteren

Elie Wiesel is overleden. Het NRC noemde hem het morele geweten van de wereld. Die titel komt hem toe. Hij kreeg de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn vreedzame strijd tegen onrecht, onverschilligheid en onverdraagzaamheid. Hij was een inspiratiebron voor velen. Ook voor mij.

Een paar jaar na de oorlog ontmoette Wiesel als journalist de katholieke Nobelprijswinnaar François Mauriac. Op zijn aandringen is hij zich aan het schrijven gaan wijden. Zijn leven lang heeft hij in zijn boeken getuigenis afgelegd van de gruwelijkheden van de nazi's, opdat wij niet vergeten en opdat wij de herinnering aan de vermoorden levend houden. 

Daarnaast is het Wiesel gelukt om in poëtische, liefdevolle woorden de verdwenen wereld van het Oost-Europese stetl uit zijn jeugd tot leven te brengen. De wereld waarin men op kon gaan in de gemeenschap, niet om zichzelf te verliezen, maar om er zichzelf beter terug te vinden. Wiesel heeft de kracht van dit chassidisme en van het chassidische verhaal belicht. "De chassied ," zei hij, "schept het geluk om niet te zwichten voor de wanhoop. En het chassidische verhaal kan de mens gevoelig maken voor eigen problemen en bewust maken van het eigen oplossende vermogen."  

Zonder dat ik wist dat Elie Wiesel stervende was, las ik op de dag van zijn sterven zijn verhaal De ster. Graag breng ik dit verhaal hier onder de aandacht. 

De ster

Die nacht werd de man wakker in het bos met een stekend hoofdpijn en een drukkend gevoel van verlangen. Onder een blauwe, met sterrenbezaaide hemel zocht hij een ster, de zijne, maar kon die niet vinden. Toch verscheen ze tot dan toe elke nacht. Ze stond te schitteren, lachte hem toe en fluisterde woorden van tederheid en hoop. Die woorden kende hij. Ze gaven hem steun als hij ronddoolde en maakten het hem mogelijk alle hinderpalen te boven te komen en alle vijanden die hij op zijn weg ontmoette te overwinnen. De ster gaf zijn woorden schoonheid en zuiverheid. Zonder de ster echter verloren ze hun licht en vooral hun warmte. Wanhopig begon hij te huilen.

Toen klonk een hemelse stem: "Waarom zoek je één enkele ster, vriend?" "Omdat het de mijne is," zei de oude man. "Is dat een reden om je van de andere af te keren?" "Nee, " antwoordde de oude man, "maar er zijn er te veel. Als ik ze allemaal bewonderen wil, word ik gek."

"Dat is waar," merkte de stem op, "maar wie zegt je dat je ster niet in de waanzin op je wacht?"

De hemelse stem zweeg en de oude man zocht niet langer naar zijn ster. Hij keek aandachtig naar de ster ernaast, die schitterde alsof God zelf daar was om haar steeds opnieuw licht te geven. En toen, het volgende ogenblik, zonder zijn ogen van die ster af te houden, zag hij de zijne.

En nooit was zijn lied zo mooi geweest, zo ontroerend.

Petra ter Berg