Verwelkomen
4 januari 2016
Verwelkomen
Sommige ontmoetingen kunnen lang nawerken. Laatst, bij Kunsjt in Meppel, heb ik zo'n bijzondere ontmoeting gehad. Als ik daar in de winkel sta, zie ik de volledige naam van de vriendin van mijn oma groot geschreven staan aan de muur: Aaltje Braaf. Als klein meisje heb ik mijn oma de naam van Aaltje Braaf heel vaak horen uitspreken. De klank van de stem van de vrouw in de winkel die de klanten helpt, klinkt mij als de stem van Aaltje van vroeger in de oren. Dan moet de vrouw die daar nu in de winkel de scepter zwaait wel haar dochter zijn. Heel hartelijk klinkt de stem. Ik durf de gok wel te wagen en ik loop naar haar toe. Mijn oma en jouw moeder waren volgens mij vriendinnen, zeg ik. Grote ogen kijken mij aan. Ben jij Petra? Ja, die ben ik! Onverwacht komen verleden en heden samen. Lien en ik zitten er even helemaal in, in het moment van onze ontmoeting. En tegelijkertijd komen beelden van vijftig jaar geleden omhoog. Hoe blij kan het een mens maken, als je herinneringen aan dierbare overledenen ineens kunt delen.
Dat schilderen van het verleden door de ogen van een ander, maakt me er daarnaast ook weer van bewust hoe zeer non-verbaal communiceren bijdraagt aan wat mensen zich, ook later nog, herinneren van elkaar. Mijn vader trouwde na de oorlog met een niet-joodse vrouw en hield altijd een beetje afstand van de joodse gemeenschap. Ik dacht als kind dat het er niet bij mogen horen vanuit de gemeenschap kwam en alleen voor mijn moeder en mij gold. Maar nu vertelt Lien dat het afstand houden iets was dat mijn vader zelf ook uitstraalde als zij elkaar ontmoetten. Hij zocht na de oorlog maar heel weinig contact meer. En nog steeds, weet ik uit zijn woorden, wil hij niets met de starheid van religie te maken hebben.
Zonder te spreken kun je dus ook veel zeggen, je innerlijke houding straalt vanzelf wel door naar de buitenkant. Lien denkt dat het voor mij als kind soms moeilijk moet zijn geweest, die boodschap van er niet bij mogen horen. En daarnaast ook niet gestimuleerd te worden om opgenomen te worden en er wel bij te gaan horen.
De liefde van mijn moeder voor het Jodendom van mijn vader was echter wel heel groot. Die stopte zij onder andere in een boekenkast vol met joodse boeken, die ik ook ben gaan lezen. Des te sterker is mijn verlangen misschien daardoor wel gevoed om er uiteindelijk toch echt bij te horen. Mijn leven lang heb ik me verdiept in alle facetten van Jodendom en ik heb me laten bevestigen. Maar dat wist Lien nog niet toen wij elkaar na ruim vijftig jaar weer zagen.
Bij Kunsjt in Meppel krijgen allen een warm welkom, joods of niet joods.
Petra ter Berg