DMM header vallei tekst

Ontvangen


26 juni 2017


Ontvangen

Het feest van het geven, dat is Sjavoeot.
Van het geven van de leefregels door God aan een groep door de woestijn dwalende, uit Egypte gevluchte joden en de met hen meegevluchte anderen. 
Zoveel geven, dat kan er maar Een. Maar met het op gepaste wijze ontvangen ervan worstelen wij als ontvangers soms iedere dag nog. Ook het ontvangen van iets kleins kan echter lastig zijn om te waarderen. 

Zo las ik laatst het chassidische verhaal van de drie rabbijnen die de rijke Ze’ev om geld willen vragen om een mens in nood te redden. Ze’ev geeft hun na hun uitgebreide verhaal over de ten onrechte in de gevangenis zittende jongeman een kopeke. Twee van de drie rabbijnen voelen zich boos worden over zijn gierigheid, maar de derde, rabbi Zalman, reageert anders. Hij prijst de gever om zijn gulheid en wenst hem ook nog in alle oprechtheid een gezegend leven toe. Dan roept de rijke man hen terug. De spanning wordt opgebouwd. Ze’ev tast in een van zijn zakken, maar … weer geeft hij een kopeke. Opnieuw prijst rabbi Zalman hem. En dit ritueel herhaalt zich nog twaalf keer. Uiteindelijk schrijft Ze’ev een cheque uit van tienduizend roebel.
Het heeft de rabbijnen een paar uur gekost, maar ze hebben het bedrag. ‘Hoe is jou dat gelukt?’, vragen de verbijsterde twee rabbijnen aan rabbi Zalman. ‘Hoe lukte het jou om zo oprecht dankbaar te zijn om zo weinig?’ Ik zit ook met die vraag en voel bewondering. Dank je wel zeggen voor het geven van een kopeke, is nog tot daaraan toe, maar oprecht zijn in dat gevoel van dankbaarheid, is een tweede. 
Rabbi Zalman antwoordt: Als ons hart afgeschermd is door een dik schild, houdt deze barrière niet alleen tegen wat van buiten komt, maar verhindert ook dat er iets naar buiten gaat. Het is onmogelijk om dit schild in een keer weg te halen. We moeten er een heel klein barstje in maken. Dan leidt elke kleine opening voor vrijgevigheid tot een nieuwe en wordt de barst breder. Totdat je er door heen kunt. 

Soms hoor ik in een gesprek het verdriet van een mens bij wie de behoefte om uitingen van liefde te ontvangen te weinig vervuld is. Samen kijken we dan onder andere naar wanneer dat voor het laatst ervaren is. Dan blijkt het soms om een klein gebaar te gaan, zoals een aandachtsvolle groet. Misschien is het wel zo, dat alleen in het kunnen ontvangen van een klein geschenk de verbinding tot stand kan komen met het hart van de ander. 

Petra ter Berg