DMM header vallei tekst

Rouwen


18 mei 2016


Rouwen

Mijn vader is overleden.

Leon Wieseltier heeft na de dood van zijn vader het prachtige Kaddisj geschreven. "Wanneer het leven je geïsoleerd heeft", schrijft hij, "kan een teken van je isolement nuttig zijn om aan anderen door te geven dat ze niet mogen verwachten je compleet aan te treffen." Mijn vader heeft voor zijn vader geen kaddisj gezegd en heeft ook het gevoel van incompleet zijn in de jaren na mijn moeders overlijden steeds in stilte bij zich gedragen.

Mijn moeders bestaan gaf mijn vaders leven zin. Bij haar en haar moeder zat hij ondergedoken. Zonder de oorlog was er geen huwelijk met haar geweest, want zij was acht jaar ouder dan hij. En ze was niet-joods, zodat ze tot dan toe in verschillende kringen leefden. Zij vonden elkaar in hun perfectionisme, hun gevoel voor rechtvaardigheid, hun bescheidenheid en in hun zorgzaamheid voor de ander. Haar geluk werd zijn geluk. Toen mijn moeder ziek werd, heeft hij haar jaren lang zelf verzorgd. "Hoe heb je dat altijd volgehouden, pa?", vroeg ik hem eens. “Ach, dat deed ik gewoon, daar dacht ik niet bij na. En mijn gegeven woord van trouw is het belangrijkste woord voor mij.” Betrouwbaar zijn en veiligheid bieden, dat was zijn levensmotto, dat gold ook voor haar die hij liefhad. En mijn moeder is zich op haar beurt gaan verdiepen in zijn Jodendom, dat een Jodendom zonder geloof was geworden. Het was verbonden met wat Jiddische woorden en vooral met de oorlog, met de zes miljoen vermoorden.

Nu hij er niet meer is, kan ik niet meer samen met hem naar zijn herinneringen kijken. Walter Benjamin heeft dat herinneren beschreven als het kijken naar de geschiedenis met een beschermende blik van de Angelus Novus. Het beeld van de Nieuwe Engel heeft Benjamin ontleend aan een aquarel van Paul Klee. De engel staat met de rug naar de toekomst en beziet de puinhopen van het verleden die tot in het nu zijn opgestapeld. Puinruimen kan, volgens Benjamin, alleen plaatsvinden door een openbreken van de geschiedenis met iets wat buiten de tijd ligt. Dat openbreken kan gebeuren door de verhalen van de mensen van toen, die het hart raken van mensen van nu, die toen en nu doen samensmelten.

De mooiste muziek in het leven van mijn vader, herinnerde hij zich eens, is voor hem het geluid geweest, dat geallieerde vliegtuigen, Lancasters, maakten, die overvlogen toen hij ondergedoken zat. Het versterkte bij hem het verlangen om piloot te worden, naast het boekje dat hij in de onderduik las De grondbeginselen van het leren vliegen.

Als kind heb ik wel geprobeerd om het samensmelten met sommige herinneringen tegen te houden, maar als volwassene heb ik kracht en betekenis kunnen ontlenen aan al het samen herinneren. Nu ben ik afgesneden van zijn verhalen, maar ik heb nog wel iets. Ik heb het gebed voor de rouwenden, het Kaddisj. Dat helpt mij om mijn incompleetheid aan anderen te tonen en me tegelijkertijd verbonden te voelen met zijn ziel. Elke dienst weer is er dat speciale moment. Dan krijg ik de kans een brug naar de verborgenheid van de dood te slaan en de bloem die van het mens-zijn viel weer in mijn hart tot bloei te laten komen, zoals rabbijn Jacob Soetendorp het zo poëtisch heeft verwoord.

Petra ter Berg