DMM header vallei tekst

Te keer gaan


4 augustus 2016


Hoe gaan wij om met onze boosheid? 

De laatste tijd komen regelmatig schokkende beelden de huiskamer binnen van geradicaliseerde boosheid die alleen nog maar gericht is op doden. De geweldplegers zullen tijdens hun leven, denk ik, niet in aanraking gekomen zijn met klinisch psycholoog Marshall B. Rosenberg. Hij wijdt in zijn boek Geweldloze communicatie een hoofdstuk aan het belang van het ten volle uiten van boosheid. Het doden van mensen benoemt hij als een oneigenlijk uiting van boosheid. Als we werkelijk boos zijn, zijn er veel krachtdadiger manieren om ons volledig te uiten, schrijft hij prikkelend. Aan alle boosheid ligt volgens hem een onvervulde behoefte ten grondslag. Marshall vertelt over zijn werk met gewelddadige gevangenen in een Zweedse gevangenis, hoe hij de kern van de oorzaak van hun boosheid, van de beelden in hun hoofd en hun interpretaties daarvan, probeert bloot te leggen.  

Boosheid voelen in ons dagelijks leven gebeurt ook. Sommigen willen die helemaal niet voelen en voor anderen is het beheersbaar volledig tot uiting te brengen ervan een hele opgave. 

De beelden van Mosjé (Mozes) die zijn woede uit,  staan op mijn netvlies. Hij gooide de stenen tafelen kapot toen hij zag dat het volk de belofte niet hield om zich waardig te gedragen en in aanbidding zwijmelde voor het gouden kalf. Wat zou er toen door Mosjé heen gegaan zijn? Zijn leven had hij in dienst van de Ander en de anderen gesteld. Ik zie hem daar staan, alleen. Met zijn goede bedoelingen en met die van God. Daar kon dit volk even niks mee. Hoe kan hij zo verder gaan met dit volk, dat zich niet houdt aan zijn grote belofte? En zijn onmacht ontlaadt zich.

Het gebeurt nog steeds. Idealen hebben, beloftes uitwisselen, niet serieus  genomen worden en diep teleurgesteld raken. Wat doe je dan met je pijn en met je onmacht? Met het stukgooien van dingen doe je niemand lichamelijk kwaad, maar het kapot maken van iets wat mooi was kan de ander wel raken. Het stuk gooien leverde Mosjé aandacht op, maar ook de voor Mosjé passende consequentie dat hij persoonlijk nieuwe tafelen moest gaan uithakken. 

Ik heb wel eens een cliënte, die op de barricades had gestaan voor het uitdragen van haar idealen, een vrouwelijke  Mosjé genoemd. En gevraagd of zij misschien ooit ook wel eens iets had stukgegooid. Dat had ze. Eén keer. De herinnering daaraan kwam tot leven met een glimlach op haar lippen. 

Boosheid niet toelaten doet iets met een mens. Het wegstoppen ervan kost energie. Marshall wil die energie productief maken en richten op bewust wording van de eigen onderliggende behoeftes die gekoppeld zijn aan de pijn. Hij beschrijft de kunst je zo te uiten, dat de ander zich open stelt en je pijn en onmacht werkelijk hoort. Het is het keren van de richting van de pijl op de ander naar het richten op en verlichten van je eigen behoeftes en waarden. Die zijn soms zoek geraakt. In je eentje daarnaar zoeken kan wel knap lastig zijn. Dan kan het fijn zijn, dat een ander even de lamp vast houdt en je bij schijnt.

Petra ter Berg